Amo^® III 7.5 kozijnschroef type 2 Kleine kop, 8,0 mm, verzinkt staal, blauw gepassiveerd, RW 30-aandrijving

Richtlijnen voor planning en uitvoering van de installatie van raam- en deurkozijnen, editie 2020

Art.nr.5995000000:

De bevestiging moet op veilige wijze alle standaardkrachten die betrekking hebben op het raamkozijn overbrengen op de constructie en het fundament. De totale belasting moet derhalve worden berekend op basis van bijv. de raambelasting, de windbelasting en de optredende belasting (zie DIN 1055). De momenteel geldende bouwvoorschriften vereisen dat gebouwen en hun componenten zodanig moeten worden gepland, dat ze geen gevaar vormen voor het menselijk leven en de gezondheid of een risico vormen voor de openbare veiligheid. Bevestiging van de raamkozijnen moet ook aan dit criterium voldoen.

Tijdens het bevestigen van kozijnen die voldoen aan voormalige norm DIN 18056 of elementen met een oppervlak van meer van 9 m2 en valbestendige beglazing zoals gespecificeerd in de Duitse technische voorschriften voor veiligheidsbeglazing (TRAV) of DIN 18008-4, moet het volgende in acht worden genomen:

DIN 18056 was van toepassing op kozijnen met een minimumoppervlak van 9 m^² en een minimumzijlengte van 2 m aan de kortste zijde. Voor deze toepassing moeten ankers met een goedkeuring voor bouwproducten, Europese technische goedkeuring of met individuele goedkeuring worden gebruikt. Voor bevestiging van valbestendige beglazing conform de Duitse technische voorschriften voor veiligheidsbeglazing (TRAV) resp. DIN 18008-4 mogen eveneens uitsluitend ankers met een goedkeuring voor bouwproducten, Europese technische goedkeuring of individuele goedkeuring worden gebruikt.